15 december 2025: Zeeland op de schop
Persbericht
‘Zeeland 2050’ gooit Zeeland overhoop
Middelburg, dinsdag 16 december 2025
Beste mevrouw, meneer,
Gisteren hebben wij als Spoor2050 een zienswijze ingediend op de Nota Ruimte van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Daarbij reflecteren wij tevens op de zienswijze die vorige week door de Provincie Zeeland en het Overleg Zeeuwse Overheden (OZO) is ingediend. Volgens de Provincie en het OZO moet Zeeland namelijk helemaal overhoop, zowel op de korte als op
de lange termijn. Over de doelen en de verstrekkende consequenties daarvan is onvoldoende nagedacht. Hieronder de samenvatting van onze zienswijze.
Bouwput Zeeland.
De komende 25 jaar wordt Zeeland een forse bouwput. Tenminste als het aan GS en het Overleg Zeeuwse Overheden (OZO) ligt. In een periode van 15 á 20 jaar zouden 75.000 huizen en minstens
twee kerncentrales gebouwd moeten worden. In dezelfde periode moet ook het elektriciteitsnet met hoogspanningsmasten worden uitgebreid, zijn er extra kabeltunnels onder de Westerschelde in beeld en zullen we i.v.m. de toenemende overstromingsrisco’s forse stappen voor onze waterveiligheid moeten zetten. Voor dit alles zijn jarenlang, en in wisselende samenstelling, tienduizenden
bouwvakkers, ontwerpers en technici nodig. Arbeidsmigranten die van elders moeten worden aangetrokken, op tijdelijke basis hier moeten worden gehuisvest en gebruik zullen maken van de
Zeeuwse voorzieningen, wegen en zorg.
Waarvoor?
Maar dat is tijdelijk. Blijvend is dat Zeeland in relatief korte tijd blijvend 150.000 extra inwoners zou krijgen, een bevolkingsgroei van 40%! Dat is meer dan het huidige aantal inwoners van de gemeenten Middelburg, Vlissingen en Terneuzen samen! Naast de huisvesting betekent dit een forse extra vraag naar voorzieningen, artsen, scholen, wegen, openbaar vervoer, etc. En wat betekent dit voor de natuur, het landschap en de ruimtelijk inrichting in Zeeland? Onduidelijk is ook waar deze mensen moeten werken. In de plannen ontbreekt hiervoor een serieuze ambitie, terwijl de huidige Zeeuwse fossiele industrie het erg zwaar heeft en een significante krimp in industriebanen wordt verwacht. Een focus op het aantrekken van nieuwe duurzame bedrijven en industrieën zou de prioriteit moeten hebben. Zeeland heeft de ruimte en de logistieke mogelijkheden! Voor wie zijn al die woningen als de toekomstige bewoners geen werk kunnen vinden in Zeeland?
De Zeeuwse kernwaarden worden bedreigd.
De impact van de plannen op de Zeeuwse kernwaarden als ruimte en natuur en op de toeristische sector wordt in de plannen van de Provincie en het OZO niet aangegeven. De twee nieuwe
kerncentrales hebben samen 7 maal meer vermogen dan de huidige. De kans is reëel dat voor dewarmteafvoer koeltorens van 150m hoog of meer nodig zijn. De aanpak van stikstofproblematiek is
niet gericht op herstel van de natuur, maar op ruimte voor landbouw en woningbouw.
Pleidooi.
Wij pleiten voor een gematigde groei van het huizenbestand in overeenstemming met de vraag. Deze vraag zal vooral afhankelijk zijn van de (toekomstige) Zeeuwse werkgelegenheid én van de kwaliteit
van de leefomgeving. Laat Zeeland dan wel een plaats zijn waar innovaties in onderwijs, mobiliteit en zorg getest worden of als eerste geïmplementeerd. Wij zijn ervan overtuigd dat dat uiteindelijk leidt
tot een hogere kwaliteit van leven én tot een toekomstbestendige Zeeuwse economie. Tot slot pleiten wij voor het systematisch betrekken van de Zeeuwse burger bij de plannen en
ontwikkelingen die op Zeeland afkomen. Dat de Zeeuwen zich zo opvallend sterk verbonden voelen met hun provincie is een groot goed dat zeker door bestuurders serieus genomen dient te worden.
Hoogachtend,
Spoor 2050
Zeeuwen voor Brede Welvaart en Duurzaamheid
15 december 2025: Zeeland op de schop
Volledige tekst zienswijze
Aan: Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Kopie: College van Gedeputeerde Staten van Provincie Zeeland
Overleg Zeeuwse Overheden
Betreft: Zienswijze namens Spoor2050 op “nota Ruimte”
Geachte,
Spoor 2050 is een recent opgericht collectief van betrokken Zeeuwse burgers die naar aanleiding van de eerder dit jaar door de Provincie Zeeland gepresenteerde visie “Zeeland 2050”, zich richt op het betrekken van de Zeeuwse samenleving bij de ontwikkeling van deze omgevingsvisie. Wij namen kennis van uw “nota Ruimte” en ook van de zienswijze die de Provincie Zeeland en het Overleg Zeeuwse Overheden naar aanleiding daarvan bij u ingediend hebben. Deze zienswijze is een reflectie namens Spoor 2050 op beide documenten en wij zouden het waarderen als u de inhoud hiervan in overweging wil nemen voor toekomstig beleid.
Met belangstelling hebben wij kennisgenomen van de door uw ministerie gepresenteerde nota Ruimte. Het document is een gedegen visie voor de toekomst van Nederland. In het bijzonder waarderen wij het dat op een aantal deelgebieden een analyse is gemaakt van de huidige stand van zaken en wat de uitdagingen voor de toekomst zijn. Met name voor een provincie als Zeeland is dit op veel gebieden van belang aangezien er juist in Zeeland ontwikkelingen zijn die bij gelijkblijvend beleid kunnen leiden tot een achteruitgang van de (brede) welvaart in de Provincie. Aan de andere kant heeft de provincie ook kernkwaliteiten die gezien kunnen worden als belangrijke pluspunten en die belangrijk zijn voor Nederland in het algemeen en voor de inwoners van de Provincie Zeeland in het bijzonder.
Hieronder vindt u in de volgorde van de deelgebieden benoemd in uw nota, ons commentaar daarop en een reflectie op de zienswijze ingediend door de Provincie Zeeland:
Water en Bodem:
Juist in Zeeland zijn water en bodem een grote uitdaging voor de toekomst. Klimaatverandering en stijgende zeespiegel leiden naar alle waarschijnlijkheid tot toekomstige noodzaak om tijdig adaptatiemaatregelen te treffen die de bewoners van de Delta kunnen blijven garanderen dat hun veiligheid gewaarborgd is en dat de gevolgen van een stijgende zeespiegel en toenemende weersextremen niet leiden tot noodsituaties. Juist in Zeeland leeft het besef dat waterveiligheid enorm belangrijk is.
Om deze opgave voor de toekomst effectief en efficiënt te lijf te gaan zullen grote infrastructurele projecten moeten worden uitgevoerd specifiek voor Zeeland. Deze projecten zullen ook kostbaar zijn en een lange doorlooptijd hebben. Daar bovenop zullen zij waarschijnlijk een grote impact hebben op de natuur en recreatiemogelijkheden in Zeeland, twee van de grote kernkwaliteiten van de provincie. Als Spoor 2050 pretenderen wij niet de kennis in huis te hebben om analyses en oplossingen te kunnen aanbieden, maar wel vinden wij het van belang dat er nu reeds plannen gemaakt worden die de waterveiligheid, de beschikbaarheid van voldoende drinkwater, en het minimaliseren van de verzilting van de bodem in de toekomst bewerkstelligen. Wij pleiten ervoor hier tijdig mee te beginnen het ontwerp en de realisatie van de Deltawerken in de vorige eeuw vroeg immers meer dan 35 jaar. Maar vooral ook tijdig om in de ontwikkeling van de plannen de Zeeuwse bevolking mee te kunnen nemen en het niet alleen aan bestuurders en technische specialisten over te laten. De heftige discussies rond het openhouden van de Oosterschelde en hoe uiteindelijk de plannen in een laat stadium moesten worden omgegooid geven het belang aan van het tijdig betrekken van de bevolking.
Daarnaast kunnen in Zeeland deze infrastructurele projecten ook mogelijkheid bieden voor verdergaande natuurontwikkeling en recreatie- en tourismemogelijkheden. Een gedegen evaluatie en analyse van de klimaatadaptatie initiatieven is daarom noodzakelijk en vereist betrokkenheid van NGO’s en burgerparticipatie.
Naar onze mening is de visie Zeeland 2050 tekortgeschoten in het benoemen van de problematiek rond water en bodem. Ook in haar zienswijze op uw nota Ruimte laat de provincie de problematiek grotendeels onbenoemd. Door veel aandacht te geven voor plannen op andere deelgebieden dreigt juist het gevaar dat waterveiligheid en ander klimaatadaptatieprojecten onvoldoende worden meegenomen. Dat geldt ook voor de mogelijkheden die dit soort projecten kunnen bieden voor de Zeeuwse kernwaarden en economie. De conclusie van de Provincie dat klimaatadaptatie vooral buitendijks bewerkstelligd moet worden en dat binnendijkse ruimte gereserveerd moet worden voor woningbouw en andere infrastructurele projecten delen wij niet. Studies tonen aan dat bijvoorbeeld wisselpolders een betere manier zijn om Zeeland veilig te houden en tegelijk natuurontwikkeling mogelijk te maken.
Landbouw en Natuur:
Zeeland is een provincie waar landbouw en belangrijke economische sector is, met name akkerbouw. Landbouw is echter daarnaast ook een belangrijke belevingsfactor voor de bewoners en de toeristen die Zeeland bezoeken. De weidsheid van het landschap, de mogelijkheid om ver te kijken zonder gehinderd te worden door hoge gebouwen of industriële installaties wordt breed gewaardeerd en is een van de eerste punten die vaak aangevoerd worden als reden om in Zeeland te wonen of te recreëren.
Spoor 2050 is van mening dat dit landschap en de kwaliteiten van weidsheid zoveel mogelijk behouden zouden moeten worden. Het draagt wezenlijk bij aan de kwaliteit van leven in Zeeland. De toegevoegde waarde van projecten die deze kwaliteiten onder druk zetten als bijvoorbeeld hoogbouw, planologische claims voor extra woningen en industrie dienen niet alleen op hun economische merites maar ook op de criteria van Brede Welvaart voor Zeeland en voor Nederland beoordeeld te worden.
Hetzelfde is van toepassing voor de natuur. Zeeland bestaat voor een groot deel uit beschermde natuur- en Natura2000-gebieden. De ecologische kwaliteiten van estuaria als Nationaal Park Oosterschelde en Westerschelde/Saeftinghe zijn van internationale importantie. Spoor 2050 is van mening dat elk plan voor de ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling nauwkeurig beoordeeld moet worden op natuurimpact. Wij zien echter ook kansen voor natuurontwikkeling bij projecten rondom waterveiligheid, wat wellicht daardoor ook positief uitpakt voor recreatie en toerisme.
In haar zienswijze op de nota Ruimte legt de provincie sterk de nadruk op de landbouw en met name de stikstof problematiek. Dat is zeker een belangrijk probleem dat nodig dient te worden opgelost, maar in onze optiek is dat van belang voor herstel van de natuur- en biodiversiteitproblematiek en niet zo zeer om ruimte te kunnen bieden voor woningbouw of andere structurele ontwikkelingen. De provincie pleit verder voor toepassing van een Zeeuwse methodiek als afwegingskader voor gebruik van landbouwgrond in plaats van het door de Nederlandse overheid ontwikkelde afwegingskader. Spoor 2050 constateert dat dit provinciale kader niet opgesteld is met de NGO’s, en niet gebaseerd is op criteria van de Brede Welvaart. Naar onze mening is het onjuist om een afwijking van een landelijk geldend kader alleen te baseren op de belangen van de sector zonder hierbij het algemeen belang van de Zeeuwse bevolking te betrekken.
Economie en Industrie:
Zeeland is de meest vervuilende provincie van het land als we kijken naar de uitstoot van CO2 en de industriële stikstof per miljoen euro bbp (bruto binnenlands product). Dit komt voornamelijk omdat de Zeeuwse industrie sterk leunt op energie-intensieve, fossiele bedrijven die weliswaar grootschalig produceren, maar tegen relatief lage marges opereren. Door structurele mondiale ontwikkelingen kunnen deze bedrijven nu niet meer economisch opereren en het is gezien hun geringe bereidheid om te verduurzamen voor de middellange termijn niet te verwachten dat ze een blijvende economische factor in Zeeland zullen blijven. Het UWV voorspelde dan ook recent een significante krimp in industriebanen. Zeeland moet zich daarom richten op het aantrekken van nieuwe, duurzame industrie. Dat kan de defensie-industrie zijn, maar ook andere sectoren zijn een mogelijkheid. De kracht van Zeeland is de uitstekende diepzeehaven en de goede verbindingen met het achterland / buitenland. Nieuwe industrie waarvoor logistiek of havens belangrijk zijn zou aangetrokken moeten worden. Daarnaast wijzen wij erop dat veel industrieterreinen in Zeeland nog ruimte hebben, zeker als de huidige fossiele bedrijven in de komende jaren verder inkrimpen. Wij pleiten er dan ook voor om de bestaande terreinen te gebruiken voor de vestiging van nieuwe industrie. Verder zien wij het in standhouden van de huidige energie-intensieve bedrijven niet als een goede keuze tenzij daar een strategisch belang mee is gediend. Enerzijds is de verwachting dat de energieprijs in Nederland in de toekomst 30-40% hoger is dan in andere gebieden zoals bijvoorbeeld, Zuid-Europa, Australië, Midden-Oosten, Noord-Afrika, en Noord- en Zuid-Amerika. De Nederlandse energie-intensieve industrie heeft daardoor altijd een economisch nadeel ten opzichte van producenten op die locaties. Kernenergie zal significant duurder zijn in 2050 dan wind- of zonne-energie en de bouw van grote kerncentrales is daardoor economisch een onjuiste keuze. Daar komt nog bij dat indien gekozen wordt voor 2 a 3 grote centrales in Zeeland dit zal leiden tot een grote influx van arbeidsmigranten in Zeeland in de orde grootte van 10 tot 15.000 werkers. Daar zijn noch de infrastructuur, noch de woonruimte, en ook niet de fysieke ruimte voor beschikbaar. In een onlangs gehouden bijeenkomst georganiseerd in Middelburg door De Balie bleek dat met name dit onderwerp zeer gevoelig lag bij de deelnemers aan het debat en aanwezigen in de zaal. De emotionele reacties werden uitgebreid geventileerd naar de aanwezige leden van Gedeputeerde Staten, die alleen maar als commentaar hadden dat zij niet bevoegd waren omtrent de keuze voor kernenergie of waar de centrales eventueel gebouwd zouden worden.
Spoor 2050 wil en kan op het gebied geen keuzes maken, maar wil er wel op wijzen dat het draagvlak in Zeeland allicht niet zo groot is als soms gesuggereerd. Bovendien zouden grote centrales een sterknegatief effect hebben op de natuur in de Westerschelde die toch al erg onder druk staat. Het technisch alternatief van koeltorens van 120 – 200 m hoog is eveneens voor veel Zeeuwen erg onaantrekkelijk en waarschijnlijk schadelijk voor de toeristische sector.. Ons advies zou daarom zijn om indien de keuze op tafel ligt maximale burgerparticipatie te garanderen in de vorm van een burgerberaad of een Participatieve Waarden Evaluatie.
Naar onze mening wordt in de zienswijze van de provincie de meerwaarde van kernenergiecentrales in Zeeland schromelijk overdreven. Wanneer uiteindelijk de centrales operationeel zijn is de werkgelegenheid die resteert zeer beperkt en compenseert niet voor de banen die de komende jaren verloren zullen gaan in de basischemie in Zeeland. De suggestie dat de bouw van 75.000 woningen al tijdens de bouwfase van de kerncentrales kan leiden tot synergie is niet goed doordacht. Het zou leiden tot een extra influx van vele duizenden bouwvakkers voor woningbouw, bovenop de 10-15.000 constructie arbeidsmigranten benodigd voor de bouw van kerncentrales.
Wel gaan wij mee met de opmerkingen van de provincie Zeeland ten aanzien van de onwenselijkheid van hoogspanningsmasten van TenneT voor versterking van het energienet. De masten hebben een negatieve invloed op het Zeeuws landschap en er zijn alternatieven. Ook een 380kV verbinding naar Zeeuws-Vlaanderen is niet noodzakelijk. Aansluiting van Zeeuws-Vlaanderen op het Belgische 380kV netwerk spaart een miljard euro aan de bouw van een kabelbuis onder de Westerschelde en vermindert bovendien de noodzaak voor extra hoogspanningsmasten door Zuid-Beveland.
Wonen, Werken en Bereikbaarheid:
Spoor 2050 is feitelijk opgericht vanwege de grote zorgen die in Zeeland leven omtrent de visie van de provincie neergelegd in Zeeland 2050 op met name deze thema’s. Tot ons genoegen zien we dat in de ‘nota Ruimte’ voor Zeeland geen grote nieuwe ontwikkeling van woningen wordt voorzien. Natuurlijk zou Zeeland mee moeten groeien met de landelijke trends in inwoners, maar een toename van het woningbestand met 75.000 woningen in Zeeland (equivalent van ca. 150.000 extra inwoners; in ordegrootte ongeveer evenveel als de huidige bevolking van de gemeenten Middelburg, Vlissingen en Terneuzen samen.) oftewel een toename met ca. 40% in de komende 25 jaar is absoluut niet noodzakelijk, noch wenselijk. Dit plan gepresenteerd door de gezamenlijke Zeeuwse overheden stuit op veel bezwaren van de Zeeuwen en is bovendien luchtfietserij. Mensen verhuizen niet naar Zeeland omdat er woningen zijn, maar omdat de kwaliteit van leven goed is en omdat er werkgelegenheid is. In het voorstel van de provincie en het OZO ontbreken initiatieven die blijvende nieuwe werkgelegenheid creëren in Zeeland. De mensen die wel komen naar Zeeland komen hier naartoe vanwege de natuur en het landschap, kwaliteiten die verloren gaan bij grootschalige woningbouw. Ook is het onduidelijk hoe 75.000 woningen gebouwd kunnen worden zonder dat dit ten koste gaat van of ruimte voor de landbouw of ruimte voor de natuur zoals ge provincie betoogd.
De reden die het OZO aanvoert voor de noodzaak van een dergelijk volume aan extra woningen is dat dit noodzakelijk zou zijn omdat op die manier voorzieningen als onderwijs, openbaar vervoer, zorginstellingen gehandhaafd kunnen blijven. Deze reden is echter gebaseerd op de aanname dat de wereld in 2050 hetzelfde is als nu.
Het is inderdaad waar dat het voorzieningenniveau in Zeeland onder druk staat. Het is echter ook meer dan waarschijnlijk dat zaken als mobiliteit, zorg en onderwijs in 2050 op een heel andere manier (lees geautomatiseerd of virtueel) geregeld zullen worden dan nu het geval is. Te voorziene ontwikkelingen zoals zorg via robots, consulten met artsen op afstand, zelfrijdend openbaar vervoer, meer virtueel onderwijs, etc, zullen allen forse impact hebben. De plannen in Zeeland 2050 zijn veel te weinig gericht op de voorzienbare ontwikkelingen en innovaties voor de toekomst. Vooral de inzichten en trends uit het verleden lijken te overheersen. Een punt van aandacht is dat hiermee ook het onderwijs geraakt wordt. Gefocust wordt op trajecten die voorzien in de ontwikkeling en werven van personeel ten behoeve van de nieuwe focus van rijk en provincie (veiligheid, energie en defensie). Daarnaast dient t de aandacht voor ontwikkeling van milieubewustzijn, democratisering, burgerparticipatie en culturele verrijking niet te verslappen. De mogelijkheden voor de ontwikkeling van jongeren en de ontwikkeling van beroepsgroepen, zoals die in de zorg, dreigen dan achterwege te blijven.
Spoor 2050 is zich zeer bewust van de uitdagingen ten aanzien van wonen, werken en bereikbaarheid voor Zeeland, waar men nu al beperkt wordt door een minimaal voorzieningenniveau. Wij achten het echter ook niet reëel en wenselijk om in Zeeland een groei van de bevolking te realiseren door hier te groeien met ca. 40% waar de rest van Nederland gemiddeld 15% groeit. Groei zoals die bepleit wordt in de zienswijze van het OZO / de Provincie Zeeland leidt tot een grote verandering, velen zullen zeggen een verslechtering, van de kwaliteit van leven. Spoor 2050 bepleit daarom een gematigde groei van het huizenbestand in overeenstemming met de vraag. Deze vraag zal vooral afhankelijk zijn van de (toekomstige) Zeeuwse werkgelegenheid én van de kwaliteit van de leefomgeving. Laat Zeeland dan wel een plaats zijn waar innovaties in onderwijs, mobiliteit en zorg getest worden of als eerste geïmplementeerd. Wij zijn ervan overtuigd dat dat uiteindelijk leidt tot een hogere kwaliteit van leven én tot een toekomstbestendige Zeeuwse economie.
Tenslotte:
Het is prijzenswaardig dat een landelijke lange termijnvisie voor de ontwikkeling en ruimtegebruik wordt ontwikkeld en over veel van de plannen die in de ‘nota Ruimte’ gepresenteerd worden zijn wij enthousiast. Echter constateren wij dat de provincie Zeeland en het OZO deze visie gebruiken om zonder voldoende analyse en zonder dat dit gedragen wordt door de Zeeuwse bevolking, om te zetten in ruimtelijke plannen die afbreuk doen aan de kernwaarden van Zeeland. Wij pleiten ervoor om plannen en scenario’s te ontwikkelen na gedegen analyse van feiten, trends, en inschatting van voorzienbare innovaties. Ook pleiten wij ervoor om deze plannen te toetsen aan de criteria van “Brede Welvaart”. Bovendien is het bij de ontwikkeling van een visie altijd noodzakelijk dat een breed draagvlak voor de plannen wordt gecreëerd door het betrekken van zoveel mogelijk burgers bij de beoordeling van de plannen. Een visie voor 2050 moet gedragen worden door de huidige bewoners met in gedachten de belangen van de toekomstige bewoners van ons (Zee)land. Een visie mag niet slechts ontwikkeld worden door bestuurders en de lobbyorganisaties; een zo groot mogelijke burgerparticipatie is naar onze mening essentieel om polarisatie te voorkomen en om de kwaliteit van de visie te garanderen.
Wij danken u voor de verleende inspraakmogelijkheden,
Namens Spoor 2050 (www.spoor2050.nl),